 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
|
|
 |
 |
|
 |
 |
 |
|
 |
 |
 |
|
Er vliegt een veertje in
de lucht
Er vliegt een
veertje in de lucht
bevangen door de
wind
het danst
en zweeft zijn eigen weg
gedragen
als een kind
Er vliegt
een veertje door de lucht
daar gaat
ie, zie je het?
kijk daar
boven heen en weer?
nu eens
links en dan weer rechts
maar heel
zeker onderweg
langzaam
naar benee
Ik zie een
veertje in de lucht
nu even
weer naar boven gaan
zachtjes
spelend in het rond
ben stil
verwonderd en benieuwd
waar het
nederkomt
Ik zie nog
dat veertje in de lucht
en hou mijn
adem in
maar volg
het heel zijn weg
tot het
witte zachte ding
zijn plekje
eens zal vinden
k Zie echt
een veertje in de lucht
kijk daar
komt ie dan
spelend
rollend dwarrelend
zachtjes
dolend naar benee
en vind dan
heel gedwee
zijn plekje
op mijn schouder
en ik….
pak je nu
voorzichtjes op
en neem je
mee naar huis
jij vond
mij dus vond ik jou
en geef je
een plekje thuis
ik bewaar
en koester je
en streel
je zachtjes nu
en heel
even denk ik dan
aan mijn
kindje dat komen zal
en besluit…
k geef jou
een plekje in mijn hart
zodat ik
straks kan laten zien
aan mijn
lang verwachte hartekind
en
vertellen zal van jou
het veertje
dat ik zag
en mijn
verhaal zal zijn….
Ik zag een
veertje vliegen in de lucht
|
|
|
Een hele blijde
boodschap
December 2008
Gewoon een vrijdagavond. Nou ja?! Normaal ligt
mijn mooie Yenthe- kind om 19.00 in haar bedje
hoor. Maar lijkt alles net iets anders. Er hangt
iets in de lucht. Er is een leuke film op de tv.
Daarin wordt gezongen en gedanst en daar worden
mijn Yenthe- kind en ik, blij en vrolijk van. Ik
heb me dan ook heerlijk met mijn meisje
genesteld op de bank, lekker met een dekentje er
bij en limonade en wat chipjes in een bakje op
handafstand.
Dan….Gaat de telefoon. Ik hoor papa babbelen,
over de ditjes en de datjes van het leven. Maar
dan….. is het plotseling stil…….en horen we een
papa-roep, komend vanuit zijn tenen. .”ooooooooooooh,
dat meen je niet” roept hij uit, om vervolgens
stil te zijn. Ik schrik en kijk naar hem. Deze
hele grote man, heeft tranen in zijn ogen en
kijkt mij aan, maar zegt geen woord. Ik krijg de
telefoon in mijn handen geduwd en ik hoor een
blijde vrouwenstem:
”Gefeliciteerd, jullie hebben een zoon!”
En
wat zijn we blij! En wat zijn we trots!Een zoon!
Dan kijk ik naar mijn hele bijzondere dochter,
die nu heel verwondert kijkt, van haar papa,
naar haar mama. Ik loop naar haar toe en knuffel
haar en vertel haar dan:
“Yenthe, Yenthe, je hebt een broertje, en nu ben
je echt een heuse grote zus”
Ze
springt en danst de hele kamer door:
“ik heb een broertje, ik heb een broertje en ik
ben een heuse grote zus”
Heerlijk!Wat een blij gezin en voel me
ongelofelijk rijk!
Na
dit eerste blijde moment en we een beetje
bijgekomen zijn, gaat mijn meisje lekker
televisie kijken en praten wij verder met deze
lieve tante, die ons nog veel meer verteld over
onze wonderkind. En ze verteld van jou…………
Je
bent al bijna 4 en woont nu in een weeshuis in
Zhongshan. Dit ligt in de provincie waar ook
jouw zusje is geboren. Maar 40 kilometer
verderop. 24 februari wordt je al vier. Ook
Yenthe was 4 toen zij naar huis kon komen. Je
hebt een schisis, zo noemt men dat. T is je
gehemelte die aan twee kantjes open is geweest.
Dit is al dicht gemaakt, dat is fijn. Dan hoeft
dat niet meer worden gedaan. Morgen mogen we je
foto halen en jouw dossiertje bovendien. Dat is
toch heel bijzonder. Twijfel???? Geen moment jij
bent ons kind en zodra het kan gaan wij je
halen!
Tjonge, jonge wat is het leven toch ontzettend
mooi!
Mama’s kleine grote jongen, kom maar gauw naar
huis. We gaan je kamertje klaar maken. Je bedje
is er al. De kleertjes zijn zo gekocht en alles
wat er nodig is, zal er komen op zijn tijd.
Het is zoals het wezen moet, jij hoort bij ons
en wij bij jou.
Het is een blijde drukke avond. Jou opa’s en
jouw oma’s, we bellen ze allemaal. Ook je ooms
en je tantes vertellen we van het blijde grote
nieuws. En weet je wat mijn lieve lieve kind.
Iedereen is blij. Gewenst en zeer bemind, dat
ben jij mijn wonderkind.
En
als de avond is beleefd en jouw grote trotse zus
allang in haar bedje ligt te dromen, kijk ik
voor bij de sterrem en denk aan jou. Ik draag je
in mijn hart zoals ik dit bij Yenthe heb gedaan.
Nestel je maar mijn jongen, nestel je lekker in
mijn hart. En als de tijd er rijp voor is haal
ik je gauw naar huis!
|
De
foto-ophaaldag
December 2009
En
dan is het de volgende dag. Al heel vroeg is
mijn Yenthe-meisje wakker. “Wakker worden papa,
wakker worden mama, we gaan de foto halen. De
foto van mijn broertje!
Als we dan zijn aangekleed en een broodje hebben
gegeten stappen we in de auto. Op naar
Purmerend! En klokslag 10 uur, staan we op de
stoep. De oom die al zoveel weet over jou, mijn
jongen, doet lachend open.”Kom maar gauw naar
binnen hoor.”
Al
gauw komen de papieren tevoorschijn. De oom en
tante van Meiling, de stichting die ons zo heeft
geholpen, om jou te vinden, lieve jongen, hebben
speciaal voor jouw grote zus, een heel mooi
mapje gemaakt met twee hele mooie foto’s van
haar kleine broertje. En wat kijkt mijn meisje
naar jouw foto’s, zo trots en zo blij met jouw
gezicht. En wat kijk ik naar jouw mooie koppie.
Wat ben je mooi, wat ben je mooi!! Het liefst
zou ik je nu gaan halen mijn lieve kind, maar
dat kan helaas nog niet. Er zijn nog zoveel
dingen die moeten worden geregeld.
Al
gauw krijgen wij jou dossiertje in te zien.
Je
woont nu in een weeshuis in Zhongshan. Jouw naam
is Zhong Dong Fei. Ik weet dat in het verre
China, de achternaam aan de voorkant wordt
genoemd en dat deze is vernoemd naar de plaats
waar jij, hoogstwaarschijnlijk bent geboren. Dus
is Dong Fei je naam. Zou het net als bij je
zusje zijn? Zij heette Zhu Guo Sha en werd daar
Shasha genoemd. Dan zegt men nu Fei- Fei tegen
jou. Dat is een hele mooie naam.
Je
bent actief, dat schrijven ze, heel sociaal en
niet gauw bang. En ook, dat jij met jouw tweede
jaar, al op je vingers tellen kon!
Zie je wel, ik zei het al. Mijn kind is een hele
knappe knul!!En nog veel belangrijker. Je bent
dol op spelen en je lacht heel graag en veel.
Nou, met alles wat ik nu dan lees, weet ik het
steeds zekerder! Je bent echt mijn kind en ik
haal je gauw naar huis.
Als we thuis zijn aangekomen, en jou zusje al
lekker in haar bedje ligt, kijken jou papa en
jouw mama, naar jouw fotootje.
Je
krijgt van ons een naam er bij. Die heeft jou
zuster ook gekregen. Jouw naam is en blijft jouw
naam. Je krijgt er gewoon een voornaam bij en
natuurlijk ook een nieuwe achternaam.
En
die weten we ineens. Twan! Naar jou ogen kijkend
en jouw mooie koppie bovendien, is dit de naam
die lijkt te horen, bij jou, ons tweede
wonderkind. Ik voel het, dit is goed! Ik noem
het keer op keer en ja, ik weet het zeker, voel
het tot in mijn tenen. Dit is de naam die jij
van jou papa en jou mama krijgt. Twan! Twan!
Twan! Ik voel me heel gelukkig. Mijn
moedershartje spreekt.
Luister maar mijn lieve kind, het past. Twan
Dong Fei Sigmond. Ja. Dit zal het zijn.
Ik
kus jou foto en fluister zachtjes. Het aftellen
is begonnen, mama’s mooie zoon. Kom maar gauw
naar huis. Want jij, mijn lieve Twan, jij hoort
bij mij en ik bij jou. De officiële
nestelperiode is nu begonnen. Jij zit in mijn
hartje hoor, en over niet al te lange tijd, kom
jij naar huis. Bij jouw papa en jouw mama en
jouw grote Yenthe-zus.
|
Het Chinese
loa-papiertje
Dinsdag 02 juni 2009
Daar zitten we dan. Jouw papa en jouw mama, in
Alphen aan den Rijn. We mogen jou loa tekenen.
Dit is een papier die China heeft gestuurd. En
daar staat op jouw naam en waar je bent geboren.
En…. Dat wij jou papa en jou mama mogen zijn.
Er
staat een echte stempel op. En ook de datum dat
je jarig bent. Maar wat is dat? Ik zie het
onmiddellijk hoor. Dit is niet de datum, dat je
bent geboren! Dat is 24 januari. Weten ze dat
dan niet? Dat was een hele mooie dag, de dag dat
jij ter wereld kwam.
En
op dit mooi chinees papier, staat vermeld dat,
dat de 28e zou zijn. Maar dat is de
datum dat jij werd gevonden, ergens heel beschut
en klein. De dag dat jij het huis werd
ingedragen, waar jij vier jaar van je leventje,
hebt gewoond, gespeeld en doorgebracht.
Snel wordt hier een notitie van gemaakt. Dus dit
komt ook wel goed hoor, mama’s lieve kind. Ook
dit houdt ons niet tegen. Wij komen zo gauw het
kan, jou halen lieve Twan.
En
ik droom heel even weg en denk aan jou, mijn
harte kind, daar in het verre China land. Hoe
zou het met je zijn, wat ben je aan het doen.
Lig je nu te slapen en wat droom je dan? En in
gedachten stuur ik een engel naar je toe, die
jou zachtjes fluisteren zal, dat je een mama
hebt die heel veel van je houd. En die je graag
wil knuffelen. Nog maar een paar weekjes lieve
Twan, hou nog even vol, want het is heus waar
hoor. Dan komen we er aan.
En
kom jij naar huis.
We
zetten onze handtekening op de plaats wat daar
voor is aangewezen. En we luisteren naar wat er
nu gebeuren gaat. De papieren moeten nu weer
naar justitie, voor nog een handtekening. Maar
als dat dan is gebeurd, worden ze opgestuurd,
naar het land waar jij geboren bent.
Daar zullen ze zorgen, dat er nog een papiertje
wordt gestuurd. Maar wel een hele mooie, Twan.
Daar zal in geschreven staan, dat wij eindelijk
mogen komen, om jou op te halen. Samen met jouw
grote zus, gaan we dat dan doen. Met een heel
groot vliegtuig. t’Is wel een paar uur vliegen
hoor.
Maar dan zijn we, waar en wie we willen zijn.
Jij bij ons en wij bij jou. Papa, mama, Yenthe,
Twan.
Ons gezinnetje van vier.
|
Wachten op jou
15
juni 2009
Hier zit ik dan. En ik denk aan jou mijn kind,
daar in het land hier ver vandaan, maar toch zo
heel dicht bij, in mijn hartje, want daar ben
jij. Jouw grote kleine zus, zij praat met jou,
hoor je haar? Ze doet haar hoofdje tegen de
plaats waar mijn hartje zo ongeveer moet zijn,
want, immers, daar kwam ook zij eens uit! En ze
verteld van thuis, en van de schommel die er
hangt en van jou mooie kamertje en hoe graag zij
toch wil, dat jij, haar kleine broer, naar huis
toe komt. En ik, luister en kijk naar haar en
ben heel stil, over zoveel liefde. Want dat is
waar, mijn kleine grote knul, je bent zo
ongelofelijk geliefd. En ik….. heb heimwee naar
jou, mijn kind, nog nooit gezien, maar wel
gevoeld en zeer bemind.
Ik
heb kleurtjes uitgespreid over de grote tafel.
Groene, blauwe, roze, gele, alle kleuren van de
regenboog. Ik ben jou aankomstkaartje aan het
maken. Zo lang zal het toch niet meer duren,
voordat jij naar huis toe komt. En dan moet toch
iedereen weten, dat jij na zoveel tijd,
eindelijk thuis bent gekomen!
Ik
teken de blauwe lucht, waar we door heen zullen
gaan, en het vliegtuigje, waar in we met ons
viertjes over de wereld zullen vliegen en de
bloemen en de bomen en de vogels in de lucht.
Het lampje dat zal schijnen, om ons licht te
geven. Maar ook dat ene veertje, dat zoveel hoop
heeft gegeven. En juist dat ene veertje, laat ik
langzaam vallen in mijn hand, jouw hand in de
mijne, dat is wat ik wil. Ik wil jouw mama zijn.
Ik
teken en ik kleur en ben toch een beetje
ongerust. Over de wereldwijde griep, die
langzaam maar zeer zeker, stil en heel gestaag,
zijn gang over de continenten weet uit te
breiden. En ik ben bang, bang dat dit zal
beletten om jou te mogen halen en zachtjes bid
ik voor drie en twintig duizend engeltjes en nog
een of twee extra voor de zekerheid erbij, die
deze gemene griep weg zullen blazen.
Zo
gaan de uren, minuten en seconden voorbij. Wat
er ook gebeurd mijn lieve kind, het duurt nog
wel heel even, maar dan is er daar dat ene
moment, dan ben ik daar. En pak je op en zal je
eindelijk knuffelen en vertellen hoeveel ik van
jou hou.
Maar tot die tijd, zit jij hier, stevig in mijn
moederhart en wanneer niemand het ziet of hoort,
dan praat ik met je en vertel je alles over
thuis. Over je lieve papa, die ook niet wachten
kan, om jou te gaan halen en over je mooie grote
zus. O wat is ze trots op jou, haar kleine super
broertje. En dat vertelt ze iedereen hoor lieve
Twan. Want iedereen mag het weten wie haar
broertje is. En dat zij is… jouw hele grote zus!
|
Een bruine
Twan-cadeautjes-doos
26-06-2009
Ik
maak een cadeautje voor je klaar.
En
als dit klaar zal zijn, doe ik deze in een
bruine doos en brengt jou papa deze naar het
postkantoor.
Het is een hele mooie tas. Eentje met een
tekening van cars er opgedrukt. Die heeft je
zusje uitgezocht. Die zal jij heel erg mooi
vinden, volgens haar. T ís ook wel een hele
leuke hoor. Zo een die je op je rug kan dragen.
En
in die mooie rooie tas, met die leuke lachende
auto, doe ik een tekenboekje, met een pennetje
en een potlootje. Kun je mooi gaan tekenen. En
mooie kleurtjes bovendien, zodat je, je eigen
gemaakte tekening, ook nog eens mooi kan
kleuren.
Ik
heb wat foto’s uitgezocht. Eentje van jouw papa,
eentje van jouw mama en van je grote Yenthe-zus
.Ook nog een leuke foto van jouw nieuwe
kamertje. Deze foto’s doe ik nu, in een
fotomapje. En dit leuke kinder-foto-mapje, met
de papa- mama -Yenthe foto’s, stop ik in jou
tasje hoor. Wat zal je er van vinden, mama’s
grote knul? Zul je weten wie wij zijn en wat er
gaat gebeuren?
En
ik doe mijn ogen dicht en denk aan jou, mijn
lieve kind.
Ik
zie dit kleine bruine doosje, met jouw nieuwe
schat er in, van de ene hand in het andere gaan.
Van het ene karretje in het andere en over de
ene loopband op de andere. Kijk, daar gaat het
kleine bruine ding. Zie jij het ook? Daar
schuift het verder, tot aan de deur van een heel
groot vliegtuig. Die stopt het in zijn bolle
buik.
En
dan vliegt dit kleine bruine pakje, de verre
Twan-reis. Dezelfde, die ook wij gaan maken,
over niet al te lange tijd. Jou papa en jou mama
en jou grote Yenthe-zus.
Daar gaat het pakje weer. Uit het vliegtuig, in
een busje Tot het aankomt in dat ene grote huis,
waar jij nu nog woont.
Wat zal je denken, wat zal je er van vinden?
Zou jij al weten dat je een papa en een mama
hebt en een grote zus nog bovendien?
Zoveel vragen, zoveel gedachten. Er is nog veel
wat ik niet weet, van jou mijn kleine zoon.
Maar een ding weet ik wel. En heel erg zeker.
Dat is, dat ik jou mama ben en heel van je hou!
Pak het maar uit mijn kleine jong. Speel, teken,
kleur! Draag je mooi rugzak maar. En als ik dan
eindelijk daar zal zijn, neem je het maar mee.
Dan vliegen we samen de grote reis. In de buik
van dat ene grote vliegtuig, die ons naar huis
zal brengen. Nog heel even lieve Twan, nog heel
even….
|
De grote
Twan-koffer
6
juli 2009
Ik
heb je koffer in gepakt. Het wachten helemaal
zat en niet meer wetend wat te doen.
Het is maandag 6 juli en ik weet het heel erg
zeker. Dat ene telefoontje moet nu toch echt
heel snel komen.
Kriebels in mijn buik, onrustig in mijn hoofd,
pakte ik je broekjes en je hemdjes in. Kleine
jongenssokken en stoere gympen zijn ook in de
Twan-koffer gegaan. Zouden ze passen?Zul je ze
wel leuk vinden? Geeft niets! Ik neem ze toch
wel mee! Een spijkerbroek, wat T-shirtjes,een
leuke pyama met natuurlijk cars er op en een
heel mooi overhemd. Wat zul je aan hebben, dat
eerste moment, dat ik je in mijn armen mag
sluiten? Zul je net als jouw grote Yenthe-zus,
in Chinese dracht gekleed zijn?
Twee leuke autootjes heb ik voor je uitgezocht,
o ja, boekjes moeten mee. Van die leuke boekjes
met plaatjes en woordjes erin getekend. En je
tandenborstel. Zou je weten wat tandenpoetsen
is?
Ik
ben het wachten zat, mijn lieve kleine grote
zoon! Ik wil je halen en wel nu! Waarom gaat de
telefoon nou niet? Ik ben al klaar om de grote
reis te reizen hoor.
De
koffer is toch ingepakt. Waar is dan nu het
wachten op?!?!
Nog heel even lieve Twan, nog heel eventjes
wachten……..jij daar in het grote China-land en
jou mama hier, tot we mogen gaan. En je weet het
lieve jong, dan komen we er aan.
|
Het “jullie-mogen-Twan-halen-telefoontje”!!!
7
juli 2009
Eindelijk!!!De meiling-tante heeft gebeld!
Het is zover. China heeft het nu gezegd. Jullie
mogen komen hoor. Pak het vliegtuig maar.
Kom je mooie zoon maar halen. Maar………………Nog wel
wat dingen regelen hoor.
We
moeten prikken halen. Dat is best wel spannend
hoor, mijn kleine grote Twan. Zeker voor jouw
grote Yenthe-zus, want ze doen best een beetje
pijn. Maar, heeft zij daarvan gezegd: “geeft
helemaal niks! Als dat moet, dan doe ik dat,
want ik wil mee, mijn broertje halen.”
Je
hebt een hele lieve en dappere zus, hoor Twan.
Ik ben heel benieuwd, hoe jullie ontmoeting zal
gaan zijn.
Ook moeten we een chinese-visa-papiertje halen.
Daarvoor moeten we nog even naar de Chinese
ambassade in Den haag. Ook dat is niet erg hoor,
mama’s knul. Dan sta ik heel, heel eventjes, met
mijn mama-voetjes, op Chinees grondgebied. Dat
van het land, waar jij nu nog bent.
En
dan de reisbespreking nog. Hoe de reis verloopt
. Wat er mee moet en wanneer we jou dan
eindelijk in onze armen mogen sluiten.
Ik
ben zo blij, zo ongelofelijk gelukkig.
1
augustus gaat het gebeuren hoor. Dan gaan jouw
papa en jouw mama en jouw grote Yenthe-zus, in
het grote vliegtuig. Dan vliegen we door wolken,
over bergen en over zee. Als een veertje in de
lucht, dat ons dan zal dragen, tot we eindelijk
daar zullen zijn, waar we willen zijn. Bij
jou,Twan Dong Fei!
Mijn mooie kleine wonderkind. Geen afstand te
ver! Het aftellen is nu echt begonnen. Nog heel
even wachten lieve knul, mama komt er aan!
|
Het
“je-mag-naar-china-visa-papiertje”
dinsdag 14 juli
We
gaan een papiertje halen. Dit is het
allerlaatste papiertje hoor, mijn mooie lieve
Twan. Hierop staat vermeld, dat wij naar jou toe
mogen, om jou eindelijk te halen, uit het verre
Chinaland. En daarvoor moeten we helemaal naar
Den Haag.
Daar staat het grote gebouw van de ambassade van
China. Die moet dit belangrijke papiertje even
maken. Pasfotootjes mee, en andere papieren mee.
Ik weet niet precies wat hier voor nodig is.
Maar mama’s mooie kind, daar zijn nou papa’s
voor, die weten hier alles van en regelen dit
gewoon.
We
zijn nu in de straat, van het grote Chinese
regelgebouw. Maar…… er staan allemaal hekken
voor. En politiemannen bovendien. Die kijken
heel goed om zich heen of alles veilig is. In
het land waar jij nu nog woont, speelt en
slaapt, zijn er mensen die ruzie maken met
elkaar. En daarom wordt alles heel goed in de
gaten gehouden, zodat iedereen veilig is en er
geen gekke dingen kunnen gebeuren. Er staat een
heeeeele lange rij, met allemaal mensen die stuk
voor stuk naar binnen willen. Maar… er mogen
maar een paar mensen per keer in dit grote
regelgebouw. Maar ach toch lieve Twan, dit geeft
toch helemaal niets. Dan doen we dit gewoon. En
we wachten en we wachten. En als het wachten nu
wel heel erg lang wordt, gaan jouw mama en jouw
Yenthe-zus, maar even aan de wandel.
En
jou papa? Die blijft daar staan, in de lange
rij, net zo lang tot hij na twee uur wachten,
eindelijk naar binnen mag.
Maar als hij weer naar buiten komt, heeft hij
nog niet die papiertjes, die we zo graag willen
hebben. Maandag, lieve Twan. Maandag gaat jou
papa terug, naar dit grote regelgebouw en haalt
hij deze op. En dat is dan weer een hele grote
stap dichter naar jou. Niets houd ons nog tegen.
Nog een paar dagen, mama’s mooie jongen. Nog
maar een paar nachtjes slapen hoor!!
|
De “prikjes”.
vrijdag 17 juli 2009
Het is een hele spannende dag vandaag.
We
gaan de prikjes halen. Het zijn
“je-moet-deze-hebben-anders-mag-je-niet-naar-Twan-prikjes.
Dus……………..in de auto en op naar de prikmevrouw.
Het is een hele vriendelijk dame hoor. Ze lacht
heel blij als ze hoort van de hele grote
Twan-reis, die we nu heel snel zullen gaan
maken.
Ze
kijkt jouw grote Yenthe-zus eens aan en zegt dan
“en…… wie wil het eerste prikje?”
Nou dat weet jou zusje wel. Papa
natuurlijk!!!Die is groot en sterk. Zo. Daar. In
de bovenarm. Even tellen. Een, twee en hupsakee.
Die zit er in.
Jou mama hoeft geen prikjes meer. Ik heb ze
allemaal al eens gehad. Maar jouw grote dappere
zus. Zij moet er twee. In elk armpje moet er
een. Ze gaat bij papa op schoot zitten en vind
het toch een beetje eng. Een twee en hupsakee.
Eentje is gedaan. En ja, het deed wel een beetje
pijn. En dit was er nog maar 1. Toch moet er nog
een prikje komen, maar nu in de andere arm.
Eigenlijk wil mijn Yenthe-meisje nu niet meer.
Maar dan fluister ik heel zachtjes in haar oor.
“Denk maar aan Twan, jou broertje, weet je nog.
Dan zucht ze, een kleine grote Yenthe-zucht en
zegt: ”OKAYYYY”
En
daar gaat ie dan. We tellen nog een laatste
keer. Een, twee en hupsakee. Daar gaat het
prikje dan. In de andere arm.
Wat is ze al groot en dapper bovendien. Geen
traantje over haar wangetjes.
Want er is maar een ding wat zij wil en dat is
naar jou, haar broertje, lieve Twan! En al moet
zij daarvoor twee prikjes hebben. Nou, dat doet
ze dan!
|
de
reisbespreking
maandag 20 juli 2009
We
gaan naar Krimpen aan de IJzel, jouw papa en
jouw mama.
We
gaan daar met andere papa’s en mama’s, die ook
hun kindje mogen halen, luisteren. Luisteren
naar de meiling-tante, die ons precies zal gaan
vertellen, hoe de grote Twan-reis zal gaan
lopen. De tijden dat we vliegen, waar we zullen
slapen en wanneer ik dan eindelijk jou, mijn
mooie kleine zoon, voor de aller aller eerste
keer, vast mag houden en kussen en mag
knuffelen!
Je
mooie Yenthe-zus heeft ons uitgezwaaid.
Zij blijft bij jou oom en tante op de camping.
Opa en oma zijn er ook. Dit is de allerlaatste
vakantie zo, zonder jou, mijn kleine grote Twan.
Want de volgende keer en de keer daarna en
daarna en…. Ben jij er ook. Dan is het de
“papa-mama-Yenthe-Twan” vakantie. Zal dat niet
super zijn?!
We
zitten in een grote kring. We luisteren en
schrijven alles op wat er nog gebeuren moet of
wat we echt niet mogen vergeten. Dat is niet zo
heel erg veel meer hoor. De prikken en de visa-
papiertjes, het is allemaal al klaar. Nog een
paar kopietjes en wat pasfoto’s hier en daar.
Dus dat valt heel erg mee.
We
maken kennis met de Meiling oom en tante die met
ons mee gaan, naar dat hele verre land. Zij
zullen zorgen dat alles loopt zoals het lopen
moet. Dat is heel erg fijn hoor lieve Twan. Dan
weten we heel erg zeker dat alles goed gaat
komen en dat we niets zullen vergeten.
Het duurt niet zo lang meer nu, nog maar10
nachtjes slapen Dan gaan we in het grote
Twan-vliegtuig. En komen naar je toe. Dan gaat
het echt gebeuren en komen we je halen.
We
vliegen eerst naar Beijing. En van Beijing gaan
we dan naar Gaungzhou. Dat is de provincie, waar
jij nu nog woont en speelt.
Vandaar nog eventjes met een busje en dan zijn
we in Guangdong. Daar staat het hotel waar we
ook zijn geweest, toen jouw zusje uit jou mama’s
hartje werd geboren. Het Victoria hotel.
Dat is de dag van 2 augustus. De zondag voor de
maandag, dat ik je voor de aller eerste keer mag
zien en knuffelen bovendien.
Dan is het nog maar 1 nachtje slapen, lieve
zoon. Dan komen we je halen.
En
dan zullen we het zien en dan zullen we het
voelen .
En
zullen we weten of het echt zo is .
Heb jij de zelfde ogen, heb jij hetzelfde haar.
Ik weet het nu al heel erg zeker. Ik voel het in
mijn hart. En zoals oom peter ooit eens heeft
gezegd, ” zijn naam staat al geschreven lieve
kind, in de palm van jou hand.” Dus jij mijn
lieve wonder kind. Jij bent mijn kind. En ik…. ?
Ik mag jou mama zijn!
|
vandaag gaan
wij je halen!!
Zaterdag 1 augustus 2009-08-01
Ik
doe mijn ogen open en daar staat jou grote
Yenthe-zus. “mama, mama, wordt nou wakker, het
is 1 augustus hoor. Kom nou toch, we gaan mijn
broertje halen.”
Ik
kijk haar lachend aan, wat een heerlijkheid. Wat
is ze trots op jou, haar kleine broer. En ik
knuffel haar en zeg dan in de jou nu nog bekende
taal: “ wo ai nie” , ik hou van jou! En gauw
stappen we uit bed. Dat het 7.00 is en we nog
lang niet weg gaan, kan ons helemaal niets
schelen hoor. Het is “de
wij-vliegen-naar-Twan-dag” vandaag en die willen
we van vroeg tot laat beleven hoor!
Wat is het een mooie dag, het gaat nu echt
gebeuren lieve Twan. De laatste spullen in de
koffer, het huisje netjes, en toch nog eventjes
een laatste blik in jouw mooie stoere kamer.
Hoe zal je het vinden? Het bedje nog even
rechter dan recht, de knuffels een voor een, nog
eens vast gepakt. Dan zucht ik een diepe
mama-zucht. Kom papa, kom Yenthe, het is tijd.
We gaan. Kom nou dan! We gaan naar Twan!
En
we stappen bij jouw oom Renger en tante Anja in
de auto en gaan op weg. Naar het grote veld,
waar dat hele bijzondere vliegtuig zal staan.
Die ons, als dat ene kleine veertje, zal dragen
over heuvels, zee en bergen.
Naar jou, mijn harte-kind.
Het is vandaag eindelijk 1augustus. Het is “de
wij-vliegen-naar-Twan-dag” !!!
Maak baan, ruim baan, want mama komt er aan.
|
|
De Twan-reis
De
Twan-reis
Zondag 02 augustus 2009
Daar zijn we dan, in het grote China land.
Het was een hele lange Twan-reis hoor. Om 21.00
ging het grote vliegtuig in de lucht, op weg
naar jou, mijn kleine jongen. Af en toe slapen
we een kleine slaap en vanmorgen in de vroegte
van de nieuwe dag van zondag 2 augustus, land
het ijzeren veertje in Beijing.
Hier gaan andere papa’s en mama’s, naar een
ander plekje in het grote China. Zij zullen
vliegen naar die plek, waar hun kindjes op hun
wachten.
Wij, jouw papa en jouw mama en jouw grote
Yenthe-zus, gaan met nog twee andere papa’s en
mama’s en de meiling-tante, door Guangdong. We
stappen dus nogmaals in het grote ijzeren ding,
en vliegen naar de provincie, waar jij nog bent.
Hier zullen we samen, een aantal nachtjes
blijven slapen, tot dat moment, dat jij niet
alleen mijn harte-kind zult zijn, maar ook mijn
naam zal dragen.
Het is je laatste nachtje in het huis, waar jij
4 en een half jaar hebt geleefd. Van kleine baby
tot de grote knul, die je nu geworden bent.
Hoe zal het met je zijn? Hoe zal het morgen
gaan? Zal je me herkennen, van die paar
fotootjes, die jij misschien wel hebt gekregen?
Hoe zal je het vinden? Hoe zal je het beleven?
Hoe zal het gaan, dat allereerste moment, dat
wij elkaar dan eindelijk, in de ogen zullen
zien? Ik wil jou, maar wil jij mij?
Zoveel vragen en gedachten. En ik blaas een
keertje stevig, een diepe mamazucht. Weg met de
gedachten! Het komt goed, lieve Twan.
Morgen is het grote moment, waar ik zo naar heb
uitgezien. Morgen is het Twan-dag.
Morgen komen wij je halen hoor en alles komt
echt goed.
Morgen…. Vertel ik jou, hoeveel ik van je hou.
Hoe gewenst je bent! Dat jij bent, mijn harte
kind.
Morgen lieve Twan
Tot morgen. Tot Twan!
Morgen………..
|
Eindelijk!!!
Twan-dag!!!
3
augustus 2009
Het is 3 augustus!
Maandag!
Eindelijk!
Het is Twan-dag vandaag.
En
vandaag gaan we je halen.
Hoe zou je dag hebben doorgebracht? Vind je het
spannend? Je moet toch nog twee uur rijden.
We
komen aan in het Chinese gebouw. Het is er heel
erg druk. Er zijn heel veel papa’s en mama’s,
die hun kindje gaan halen vandaag. En ik……. heb
een brok in mijn keel.
Onze Chinese begeleider verteld ons, dat dit
iedere maandag zo is.
Hoeveel kindjes dan? En hoeveel kindjes zijn er
nu dan nog, die geen papa en geen mama hebben.
Dat doet me heel erg veel pijn. En terwijl ik
hieraan denk, bid ik voor engeltjes. Heel, heel,
heel veel engeltjes en vraag om een betere
wereld. Dat deze engeltjes, voor elk kindje een
papa en een mama vinden. Jouw opa Charly zou
zeggen:
”een betere en veiliger wereld, waar alle
kindjes, veilig kunnen leven en spelen
bovendien.”
We
gaan met de lift naar de etage, waar over niet
al te lange tijd, ik jou, dan na zo lang
wachten, je eindelijk zal zien, je mag knuffelen
en vast houden bovendien.
En
als eindelijk jouw naam wordt genoemd, snellen
wij naar de deur van de kamer waar jij nu bent.
Dit is het moment, zo lang naar verlangt. Daar
ben je dan en……….
Je
kijkt me aan en zegt:
“mama”
Mijn hart staat stil en diamantjes? Die dansen
langs mijn wangen. Net als jouw grote Yenthe-
zus noem jij mij, van af het eerste
moment…………..MAMA!
Ik
pak je op en knuffel je. Vertel je dat ik van je
hou. Dat ik echt jouw mama ben en jij mijn
harte-kind.
Ongelofelijk gelukkig en zo trots!! Wat ben je
mooi. Mijn mooie Twan. Mijn mooie, mooie zoon!
Door de drukke menigte heen moeten we gaan
zitten op een grote bank.
Er
zijn zoveel mensen, zoveel kinderen, zoveel
geluiden bovendien. Niet met een pen te
beschrijven en daar wordt jij niet vrolijk van.
Want het is allemaal zo heel erg nieuw en o zo
spannend. Een papa en een mama en een grote zus.
Al het vertrouwde wat je had is weg en vanaf
vandaag, is jouw leven die je leefde, niet meer.
Rijker, maar zo onzeker. En je huilt en ik………
huil zonder dat jij dit kan zien, stilletjes met
je mee.
Ik
houd je vast en vertel je duizend keren, dat ik
er zal zijn. Dat ik niet meer weg zal gaan. Zo
gaan we dan, na alle papieren rompslomp, op pad.
Naar ons nieuw bestaan.
En
in het hotel, vechten we samen. Jij, mijn kleine
dappere jongen, jouw papa en jouw mama, de
strijd dat eerste hechting heet.
Het is net als bij jouw grote Yenthe-zus. En
och, wat doet ze het goed, mama’s Yenthe-kind.
Ze vindt het eigenlijk wel moeilijk hoor. Maar
jou mama en jouw grote zus, we hebben hier met
ons tweetjes over gepraat. Over wat er zou
kunnen gebeuren en hoe het zou kunnen gaan. En
hoe dat ene zo bijzondere en spannende moment
voor haar eens is geweest. En dus, gaat zij Dora
kijken. En heel af en toe kijkt zij, naar wat er
allemaal gebeurt.
Wat een strijd om te strijden, lieve mooie
jongen, maar dit kunnen wij! Het komt goed.
Samen kunnen we alles hoor, want het is vanaf
vandaag “Papa, Mama, Yenthe, Twan!
Als we uiteindelijk besluiten, dat het tijd is
om te eten en de buggy is uit gepakt, pak jij je
rugzak op en je grote puzzelspel. Ik mag deze,
met een nauwlettend toeziend oog, onder in de
buggy doen. Ik pak je op en zet je in dat ding
op wielen.Zo gaan we op pad.
En
jij…………… vind het prachtig. En ik ook!
De
eerste strijd gestreden.Daar krijg je trek van
hoor. Boven in het restaurant zitten we aan een
grote ronde tafel, met alle kersverse papa’s en
mama’s, met hun prachtige kindjes. En jij……
kijkt…..herkent en lacht je allereerste lach.
Och toch mama’s jongen, wat ben je mooi!
Je
speelt met jou papa en je speelt met jouw grote
Yenthe- zus en……… o gelukkig, uiteindelijk,
speel je ook met mij.
We
eten met elkaar. Wat vind je alles lekker. Je
lacht en wijst. Dit lust je wel, dat lust je ook
en je eet met een allergrootste lach. Tot uit
eindelijk ik besluit, “Nee mijn lieve Twan,
morgen is er weer een dag.” Je kijkt me aan en
knikt, niet helemaal van harte. Maar op een
onbewaakt moment, krijg ik dan zomaar, voor de
allereerste keer, een hele lieve Twan-kus. En
ik….wordt stil. Wat ben ik toch ongelofelijk
rijk.
Ik
pak je vast en vertel jou in mijn allerbeste
chinees. “Wo ai nie, ik hou van jou,” en jij
zegt, “Wo ai nie.”!!
Wat een overweldigende dag. Wat een bijzondere
bevalling van ons wonderkind. We zullen nog heel
wat strijdjes moeten strijden. Maar dat kunnen
wij mijn lieve dappere Twan!
Op
naar een nieuwe dag
|
|
De officiële
Twan-adoptie dag
dinsdag 4 augustus 2009
De
nieuwe dag is aangebroken. Het is half zeven in
de morgen en ik lig naar jou te kijken. Ik wacht
op dat moment, dat jij je luikjes open doet. En
als je dit dan eindelijk doet, kijk je me aan.
Ik lach naar jou en jij naar mij. Ik steek mijn
armen naar jou uit en jij…………doet hetzelfde met
de jouwe. Ik pak je op en knuffel je.
“Goedemorgen lieve Twan. Het is een mooie dag.
Vandaag gaan we naar de Chinese rechter en ook
naar de notaris.
Vandaag wordt jij officieel mijn kind. Vanaf
vandaag heb jij ook op papier, een papa en een
mama en een grote Yenthe-zus.
Dus staan we gauw op en eten samen ons ontbijt.
Heerlijk zoals jij van het eten kunt genieten,
van elke hap die je neemt, maar dan wel de kaas
en de lekkere ham. Want brood?
Nee toch, gekke mama! Daar houd mijn jonkje echt
niet van. Dus eet je banaan en rijstepap.
En
na deze Twan maaltijd, is het de hoogste tijd om
te gaan. Dus gaan we met het busje, naar dat ene
gebouw, waar wij je gisteren, na heel lang
wachten, eindelijk hebben gekregen.
We
zijn de eersten, dat is fijn, want na de drukte
van gisteren, heb ik hier wel een beetje tegen
op gezien.
Eerst zijn de papa en de mama van de mooie
tweeling aan de beurt. En dan worden wij
geroepen. Wij, jouw papa en jouw mama, jouw
grote Yenthe-zus en jij, mijn mooie Twan, op
jouw papa’s schoot, gaan een klein kantoortje
in. Daar zit een Chinese mevrouw achter een
groot bureau. Zij is rechter en wil een paar
dingetjes van ons weten. Dus, we luisteren en
beantwoorden, de vragen die zij stelt.
“Wat is de naam van dit kind, zijn jullie
helemaal gezond ben? Ben je tevreden met dit
kind, en beloof je dat je hem nooit zult
mishandelen of misbruiken?”
Ik
wil het wel uitschreeuwen, lieve Twan. “JA, ik
wil jou, mijn zoon. Je bent meer dan gewenst en
we zijn heeeeel tevreden. We zullen echt, heel
goed voor je zorgen hoor! Mogen we dan nu gaan?
Want jouw mama? Jou mama wil naar huis!! Met
jou!! Met jouw papa en jouw grote zus.
Maar, ik houd me keurig in, hoor lieve Twan. Het
zijn eigenlijk ook maar een paar vraagjes en als
die dan naar tevredenheid beantwoordt zijn, dan
kijkt ze ons aan en zegt”gefeliciteerd met
jullie zoon!”
En
dan……… is het bijna rond.
We
gaan door naar de notaris nu. Weer een ander
kamertje en een andere Chinese dame. Ook zij
stelt de vragen die al zijn gesteld. Hoelang
zijn jullie getrouwd? Hebben jullie kindjes uit
de buik. Heb je nog meer harte-kindjes? Wat is
jouw Chinese naam. En…. Waarom wil je nu juist
hem? Daar bedoelt ze jou mee hoor. En dan zeg ik
heel eenvoudig, met mijn mama- lach.
“Waarom? Kijk naar hem? Zie je dat dan niet? Dit
is mijn zoon! Dit is mijn kind! Waarom stel je
nou deze rare vraag?”
Ze
kijkt me aan met een Chinese blik. En snel
vertel ik haar dan, hoe bijzonder je bent en dat
we voor je willen zorgen en beloven dat je een
goed leven te leven krijgen zult, met warmte
liefde en de opleidingen, die nodig zullen zijn
jou, op te laten groeien tot de jongeman die
zelfstandig op zijn eigen beentjes zal kunnen
staan. Daar is de notaris mevrouw gelukkig
tevreden mee. En als zij eindelijk zegt,
“gefeliciteerd,” is het klaar!!!
Twan Dong Fei Sigmond is nu echt jouw naam.
En
jij, bent nu echt, mijn zoon!!!!
En
ik???
Mag jouw mama zijn!!
|
|
Het
“Twan-is-echt-mijn-kind-papiertje”
Woensdag 5 augustus
En………. Weer een nieuwe dag!
Het was wel een heel kort nachtje hoor, want
jouw kleine bolle buik, deed een beetje pijn.
Maar daar heb je mama’s voor. Dat is nieuw, maar
je vind dit duidelijk, heel erg fijn.
Dus is het leed heel snel voorbij.
Maar als je deze morgen wakker wordt, huil je
een kleine Twan-verdriet. Je bent eventjes, heel
even maar, een beetje in de war. Waar ben je nou
dan toch en hoe zit het allemaal toch in elkaar.
En ik kijk je aan en jij kijkt terug.Weer reik
ik mijn armen naar jou uit en jij, kruipt lekker
dicht, tegen jouw mama aan.
We
gaan samen douchen. Je vindt het geweldig. Je
kijkt naar jouw grote zus en die laat vol grote
zuster-trots zien, hoe jij je haren moet wassen.
Dus, doe jij dit dapper na en besluit, schoon is
echt niet schoon genoeg en met een schaterlach,
sop jij je haren lekker nog eens in.
Nu
even lekker eten. Dat is echt een Twan-feest
hoor. Je grootste hobby van dit moment is wel
het eten hoor. Lekker genieten van de rijstenpap
en het heerlijke verse fruit. De watermeloen is
de hoofdprijs hoor. Maar ja, die moeder van jou,
das ook wel eens lastig hoor.
Goed kauwen en eerst je mondje leeg! Maar dat
doe jij trouw, je laat het me zelfs, helemaal
vanuit je zelf, zo nu en dan dit eventjes
controleren!
Na
dit dagelijks heerlijk ontbijt moment, gaan we
samen met de andere papa’s en mama’s en hun
mooie kindjes wandelen, door de leuke
straatjes,aan de toeristische zijde van
Guangzhou. Gezellige winkeltjes met leuke
Chinese spulletjes en prulletjes. We kopen leuke
dingetjes en mooie Chinese traditionele pakjes.
Hier en daar een beetje afdingen. Maar jou mama,
vindt dit heel erg leuk. En jouw grote
Yenthe-zus?
Die is gek op shoppen en geniet misschien nog
wel veel meer.
Jullie mogen af en toe spelen, met het leuke
speelgoed, wat de mensen hier, erg graag willen
verkopen.
En…… dat lukt dan zo ook wel.
Want als we samen ergens, even wat gaan drinken,
krijgen alle kindjes van de tante, die prachtige
tol, met dat leuke deuntje. En dat is echt wel
feest!
Daar zit je nu, met de tweeling, gezellig in een
kringetje. Jullie spelen en kletsen met elkaar,
in die taal, die jou mama niet kent.
Het is een pracht gezicht en een geweldig mooi
geluid, die heldere kinderstemmetjes, zo te
mogen horen.
Ik
voel me heel gelukkig. Wat doe je het allemaal
toch goed. Je bent een heerlijk lachebekje, met
veel ondeugende streekjes. Je durft ons te
plagen en je zusje uit te dagen. Je praat ons
heerlijk na en als jij wat wilt? Vraag je het
gewoon…… in het chinees. En ik? Ik ben jouw
mama! En ik versta je hoor!
Het is drie uur in de middag.
We
gaan met elkaar, de papa’s en de mama’s, met
onze wonderkindjes, in het witte busje, naar het
politie bureau van Guangdong.
Daar moeten we wel heen want de officiële
adoptie verklaring kan worden opgehaald.
Het is een officieel gebouw en een fotootje
mogen we hier echt niet maken hoor.
Als we nu naar binnen gaan, moeten we nog heel
eventjes wachten. Maar dan zijn we eindelijk aan
de beurt. We gaan weer zitten aan een grote
balie. Daar achter zit een mevrouw. Zij maakt
een fotootje van jou, kijkt de paspoortjes en
papieren na en zet een heuse stempel op dat
document, die we nodig hebben, om naar huis te
kunnen gaan.
Want hierop staat vermeld, dat jij echt ons
kindje bent. Zouden ze dat, nu nog niet weten!?
Dit was snel gedaan.
Op
deze plaats, wordt nu ook jou paspoortje
aangevraagd. Hier is het wachten op, want dan
kunnen we door, naar de volgende stap. Het
ophalen van dit ding.
Die is nodig lieve Twan, anders kunnen we niet
naar huis.
Als dit nu is gedaan, gaan we weer met elkaar in
het busje.
Nog even naar de notaris. Deze moet nog centjes
hebben, voor al die papieren rompslomp.
Nou, dan doen we dan maar gewoon.
Het regent nu heel erg hard. En als we
aangekomen zijn, bij de notaris, stappen de
papa’s uit en blijven de mama’s en hun kindjes,
dus ook jouw mama, jouw Yenthe-zus en jij, mijn
kleine grote Twan, wachten in het busje.
Maar dit is echt niet naar jouw zin!
“He, waar gaat jouw papa heen, kom jij eens even
terug, jij hoort bij mij.” En ik lach een
mama-lach en vertel jou, “wacht maar kleine man,
hij komt zo weer terug.” Dus ga jij met jouw
grote zus op de uitkijk staan. Je neusje plat
tegen het raam en vraagt mij iedere minuut:
”komt papa er al aan?”
En
als hij dan eindelijk weer in het busje stapt,
roep je blij:
“
Papa”
en
je springt en je danst, een heuse Twan-dans.
En
jouw papa?
Wat is hij trots en pakt je stevig vast.
Heerlijk om te zien, geweldig om te voelen,
groots om te beleven. Ons gezin!
Papa, Mama, Yenthe, Twan.
Weer zijn we een stapje dichter bij.
Nog eventjes geduld en dan gaan we echt naar
huis.
|
Even terug, om
echt dag te zeggen!
Donderdag 6 augustus (het tehuisbezoek)
Het is half zeven en onze wekker gaat. Jouw papa
en jouw mama, staan alvast op. En als wij ons
hebben gewassen en aangekleed, maak ik jou en
jouw Yenthe-zus wakker.
Het is weer een bijzondere dag vandaag.
We
gaan vandaag naar het huis waar jij jaren hebt
gewoond. Dus kleden wij ons netjes aan. We gaan
samen naar beneden en genieten weer van het
heerlijke ontbijt. Ach toch kind, wat is eten
een genot. Je weet wat je lekker vind en als de
smaak niet is, wat jij zou willen. Nou….. Dan
trek je een vieze Twan-gezicht en kijkt je mama
aan, en …… laat het uit je mondje vallen.
Dan is het 9.00 en gaan we met het witte busje,
op weg naar Zhongshan.
Het regent heel erg hard en de reis duurt dan
ook een beetje langer. Bijna twee uur zijn we
onderweg.
We
stoppen nog heel even, om een groot beeld te
gaan bekijken. Dit is van Dr. Sun Yat-sen. Dit
was een man, die ooit eens heeft geleefd en hele
belangrijke dingen heeft gedaan voor jouw
geboorteland.
Maar dan gaan we weer door.
En
dan…. zijn we daar. Grote hekken gaan langzaam
open. We zijn uitgenodigd, dus mogen wij naar
binnen gaan.
De
Chinese begeleider, verteld jou en de tweeling,
die net als jou hier jaren hebben gewoond, dat
we eventjes dag gaan zeggen en rond gaan kijken,
om wat fotootjes te maken. En als we dat hebben
gedaan, jij met jouw papa en jouw mama weer weg
zult gaan. Dat jij altijd bij ons zult blijven!
Je
kijkt een donkere blik. Je ogen zeggen mij:
“waag het eens mij hier te laten, jij, die echt
mijn mama is! Ik ben jou kindje hoor!”
Ik
kijk je aan, lach naar jou en pak je stevig
vast. En jij,……. kruipt stevig, heel stevig
tegen mij aan!
We
gaan het weeshuis in. De directeur staat al te
wachten en we worden meegnomen naar een mooie
zaal. Hier staat een grote lange tafel, versierd
met mooie bloemen. Flesje water en vers fruit,
staat al voor ons klaar. En als we allemaal
zitten, mogen wij vragen stellen. Alles wat we
willen weten.
Als al onze vragen zijn gesteld en wij weten wat
wij weten willen, zover als dit al kan, krijgen
we een rondleiding door het tehuis.
Alles is netjes en schoon. De trappen en de
gangen, de schilderijen aan de muur. Onwerkelijk
om zo te lopen door deze plaats, waar jij je
eerste vier jaren heb geleefd.
We
gaan met een lift naar boven en daar zijn de
kamers van de kinderen. Jonge kinderen, oudere
kinderen. Ledikantjes van ijzer en van hout, met
tralies aan de zijkant, een zwembad die leeg is,
en een speelplaats, het lijkt wel onbespeeld.
Glad en nieuw zonder het levendige wat je zou
verwachten van een plaats waar veel
kindervoetjes lopen. En we kijken verder over
dat stuk van het tehuis wat wij mogen zien. En
de vele kindjes? Die zien wij niet. Die zijn
boven en liggen te rusten. Nou ja, het is
inmiddels ook een uur of 1. En zowel jouw grote
Yenthe zus als jij mijn mooie jongen, deden dit
volgens de papieren. Rusten, tussen 12.00 en
15.00.
Er
staan een paar kindjes op de gang en zij lachen
vriendelijk. Wij mogen heel eventjes kijken in
hun kamer. Grote stapelbedden en alle meisje
laten zien, wat de hunne is. Maar daar komt de
begeleider aan. Hier mochten wij echt niet
komen, dus zeggen we gedag en zwaaien naar deze
mooi kinderen die geen papa en geen mama hebben
en ze zwaaien vrolijk terug.
Dan komen we langs het klasje, waar jij wat
kleuterlessen hebt gevolgd. Ze hebben ons
verteld, dat jij al kunt tellen, mijn knappe
Twan en wat cijfers en letters op kunt
schrijven. Nou dat hebben wij nog niet ontdekt.
De
verzorgsters die jou hebben verzorgt, komen bij
ons langs en zeggen:” hallo, Fei Fei, hoe is het
met jou?” Maar dit vind jij duidelijk helemaal
niets en je knuffelt mij en geeft me een dikke
kus en druk je warme lijfje, nog veel steviger
tegen de mijne, alsof jij vertellen wilt, “raak
mij maar niet aan, ik blijf bij mijn mama hoor!”
En hierin heb jij groot gelijk.
Wel maken we foto’s van deze dames. Voor later
is het goed, om nog eens terug te kunnen kijken.
Maar alles op jou tijd en alleen als jij dit
wilt.
Dan komen we in de gang, waar jouw kamertje ooit
eens was. De directeur zegt tegen jou:” nou,
laat jij maar zien wat jouw bedje is geweest.”
En jij laat je uit mijn armen glijden en loopt
naar deze kamer toe. Je vingertje wijst de
juiste richting aan en dan loop jij gauw weer
naar mij en pakt mijn handje vast. En zo gaan
wij samen naar binnen toe.
Er
staan drie rijen met peuter bedjes. Met in elk
ledikantje, een jongetje van ongeveer jouw
leeftijd. En deze mooi kindjes, zij herkennen
jou direct:
”
He, Fei Fei. Hallo”
En
onze Chinese begeleider verteld ons zacht, dat
er een kindje is die vraagt of hij nu weer terug
gekomen is. En al die tijd, zeg jij helemaal
niets. Je zit op mijn schoot en houd mij stevig
vast. Samen lopen wij langs de ledikantjes en
maken op onze manier contact, met deze kinderen.
Als jouw Twan-mama, werp ik ieder kindje een
hand kusje toe want jij wilt niet veel meer
zeggen. Maar dit vinden ze prachtig, ze kijken
en ze lachen. De een zachte lach de ander
glimlacht even en weer een ander schatert. En
jij begrijpt dat dit dus kan en mag. Afscheid
nemen van dat leven en die vriendjes en dan….
gauw met mama mee.
Een jongetje in het bijzonder roept jou naam en
ik vraag of er een speciale band heeft bestaan,
tussen jou en dit mooie jongetje. Ik zie dat dit
kindje het down syndroom heeft, maar wat is hij
mooi. Nu wordt mij dan verteld, dat dit nou
juist de reden is, dat hij nooit, maar dan ook
nooit, een papa en een mama krijgen zal. En mijn
hartje huilt en ik loop met mijn mooie Twan,
naar dit jongetje en pak heel even zijn
kinderhandje vast. Ik kijk hem in zijn mooie
oogjes en lach. En ik bid, het schreeuwt in mijn
hart:
“
o God, hoe is dit toch allemaal mogelijk! Help
ze allemaal, maar in het bijzonder dit mooie
jochie. Geef hem alstublieft, een heel mooi
leven”
Ik
zou het wel uit zijn ledikantje willen tillen en
hem willen zeggen, hoeveel plek ik nog heb in
mijn hart. Dat ik ook, zijn mama wel wil zijn.
En
dan lach mijn mooiste lach en ga met jou, mijn
mooie lieve zoon, de kamer uit.
Zo
tegenstrijdig, lieve Twan. Zo gelukkig met jou,
mijn harte-kind. Maar verdrietig en voel de
onmacht. En weer bid ik voor een wereld, die
eerlijk is voor de kindjes in de wereld.
We
nemen afscheid van jouw verzorgsters. Zij vragen
jou in het chinees, om een laatste knuffel en
een kus. Maar nee hoor, die krijgen jullie niet.
Al deze Twan kusjes, zijn nu voor mij. Dus
knuffel jij mij en krijg een dikke kus.
We
stappen nu weer samen in de bus. We worden
uitgezwaaid, door de directeur en de
verzorgster, die jou, naar ons heeft
toegebracht. En jij, zwaait een laatste
zwaai,omdat ik dat aan jouw vraag. Maar als wij
dan nu de poort uit gaan en de hekken zich
achter ons weer sluiten, houd jij mij stevig
vast, alsof jij zeggen wilt:” zo, dat was dat en
nu wil ik naar huis!”
En
dat mijn lieve Twan, gaan we echt doen. Nog heel
eventjes wachten hoor. Nog een paar laatste
papiertjes en nemen wij dat veertje weer, die
ons naar huis zal brengen.
|
|
Een bijzondere
ontmoeting
Donderdag 6 augustus ( in
de middag)
En
zo rijden we weg van het tehuis.
Ik
kijk nog eenmaal, naar de inmiddels gesloten
poorten. En jij?
Niet een blik achterom! Jouw mooie bruine
oogjes, staan vast beraden….. vooruit.
Goed zo klein man, niet achterom maar
hup,……vooruit….. naar huis!
We
rijden door naar de plaats, waar jij vier en een
half jaar geleden gevonden bent.
Dit is bij een groot sportpark, aan de oostkant
van Zhongshan. En als we hier zijn aangekomen,
stappen we uit het witte busje, onze Chinese
begeleider, jouw papa en jouw mama en jij, mijn
harte-kind.
Een vreemd gevoel is dit, om zo te lopen met
jou, mijn zoon, dicht tegen mijn hart gedrukt,
naar dat plekje, waar ooit een vrouw heeft
besloten, jou achter te laten.
Bij de ingang van dit park, staat een groot,
heel groot beeld, van een sporter, een
pingpongballer, die ooit roem heeft gemaakt,
voor jouw geboorteland, dat China heet. We lopen
hier voorbij, langs een pad dat leid naar de
sportvelden. Links een gebouw, rechts stroken
met gras en bamboebomen. Maar we lopen samen
door, alsof mijn hartje zegt,” nee, dit is niet
de plek.”
Dan komen we op een plaatsje, waar gras groeit
en bomen staan.
Ik
doe mijn slippers uit en met jou op mijn schoot,
lopen we nu samen door dit plekje heen. En
jij,…. Gooit jouw hele lijfje, strak tegen mij
aan. En ik,………. houd je stevig vast! En zo lopen
we dan samen en voelen en ruiken de geuren van
deze hele bijzondere plek.
Op
deze plaats, werd jij eens neergezet, in een
buggy met een envelopje, met wat geld erin,
waarop stond geschreven, wanneer jij geboren
bent.
En
nu, doe ik mijn ogen dicht en met jou mijn
harte-kind, in mijn armen, ga ik terug naar dat
moment.
En
ik zie een vrouw.
Een hele dappere vrouw,
die een kindje, een heel klein jongetje, in een
buggy heeft gelegd.
Daar gaat zij dan, met dit kindje, dat uit haar
buik geboren werd. Negen maanden heeft zij hem
gedragen, en nu is zij op pad, naar een plaats,
waarvan zij zeker weet, “Hier vinden zij hem
wel.” En als zij hier dan is, kust zij hem
vaarwel, want, heeft zij bedacht, voor jou kan
ik niet zorgen. Ik kan jou niet geven, wat jij
nodig hebt. Er zal een andere mama komen, die
van jou zal houden en jou zal geven wat jij
nodig hebt.”
En
dan…… gaat zij stilletjes haar weg en laat hem
hier, totdat hij wordt gevonden.
De
diamantjes rollen,langs mijn wangen, Ik ben die
mama en ik draag dit kindje in mijn armen. Dat
weet ik heel erg zeker. Want jij bent mijn zoon,
geboren uit mijn hartje.
En
voor een tweede keer mag ik het voelen zien en
ruiken.
Jij bent mijn kind en je lijkt op mij, we hebben
dezelfde ogen en hetzelfde haar.
En
nu bid ik, voor een tweede keer in mijn
leventje, om een hele bijzondere engel.
Een engel, die deze hele dappere vrouw, in haar
dromen vertellen zal, dat het goed gaat met dit
mooi jongetje. Dat jij een papa en een mama hebt
en een grote Yenthe-zus. En dat ik heel goed
voor jou zorgen zal.
En
in gedachten buig ik mij, op de voor mij
inmiddels bekende, Chinese traditionele
manier………….en dank haar, voor het baren van mijn
zoon.
Het ga je goed, dappere, dappere vrouw. Ik hoop
dat je een goed en heel gelukkig leven hebt.
En
dan ga jij mijn harte-kind en ik, hand in hand,
nog even saampjes lopen. We plukken blaadjes van
de bomen, zoeken steentjes en wat nootjes en een
bloempje uit een boom. Dan knielen we en doen
wat zand in een zakje. Jij een beetje, ik een
beetje.
En…… het voelt goed.
Dus………….gaan we weg van deze plek, en als we dan
saampjes lopen, langs het grote beeld, vinden we
een pingpongballetje en een kleine dobbelsteen.
We pakken het op en nemen het mee. Dank je wel
hoor. Maar nu gaan we dan echt weg.
Jouw papa en jouw mama en jij, mijn harte-kind
|
|
een nieuwe
Twan-dag
Vrijdag 7 augustus
Vandaag gaan we naar een museum toe. De
Guangdong folk arts museum.
Nu
eens niet met het ons bekende witte busje, nee,
we gaan eerst een stukje lopen. Dus hup, mijn
kleine grote Twan, stap maar in buggy. Nou dat
wil mijn ventje wel. Lopen is niet echt jouw
favoriet. Nee, jij zit het liefst bij jouw papa
of bij jou mama op schoot. Maar och, dat zitje
op wieltjes kan er ook mee door. Aan de buggy,
zit een ijzeren sta-plankje. Die is heel erg
handig hoor, want daar kan je grote Yenthe-zus
lekker op gaan staan, en zo, loop ik heel wat
met jullie af. Trots op jouw en jouw grote zus.
Lekker buggien! En de Chinezen? Nou, die kijken
naar ons, en lachen over zoveel geluk, plezier
en handigheid.
Nou kijken mag hoor. Want de hele wereld mag
weten, hoe mooi of jullie zijn.
En
zo zijn we op pad en als er een brug is, met een
hele grote trap, nou, dan stap jij uit de buggy
en jou zusje ook en tillen we heel gewoon, de
buggy even op.
Dan zijn we aangekomen bij de metro. Nog even
wat trappen hier en daar, en een tweetal
poortjes, waar de buggy niet door heen past.
Maar och, daar tillen wij, jou heel gewoon met
de buggy over heen. Totdat we ontdekken dat dat
niet mag en speciaal voor jou, door een Chinese
bewaker een poortje wordt open gemaakt.
We
komen bij het museum aan. We zien een hoop. Hoe
de rijke Chinese mensen, hier ooit eens hebben
geleefd. Wat hun meubels waren en in wat voor
bed, zij ooit hebben geslapen. Ook koopt jouw
mama hier, een echte Chinese fluit en ik speel
heel voorzichtjes een kleine Twan lied, op het
instrument. En dat, vind jij erg leuk.
Maar wat we allebei toch wel het mooiste vinden,
is de alledaagse dag van de mensen die hier
leven.
Dan gaan we weer op pad. Te warm om wat te doen
dus,….terug naar het hotel. Jouw papa moet nog
naar de notaris, om weer wat papieren na te
kijken. En dus,……zwaaien wij hem uit.
Maar dat vind jij niet fijn!
“He, kom terug jij, jij hoort hier, bij mij!”
En
je kijkt boos! Ik knuffel je en vertel je
zacht:” kom maar mama’s kind. Papa komt echt
weer terug.”
Maar dat moet jij nog leren. Vertrouwen, lieve
Twan, vertrouwen.
Dus gaan we samen wandelen. Jij jouw mama en
jouw grote Yenthe zus. En onderweg komen we de
meiling-tante tegen en gaan we samen naar de
speeltuin toe. Zo ben je weer een beetje, blij
en afgeleid.
En
als jouw papa, na een hele lange tijd weer terug
komt, met de Twan-papieren, ben je heel erg
blij. Je kijkt dan op en roept het uit : “he ,
papa!” En hij knuffelt jouw en houd je stevig
vast!
|
|
Geen berg te
hoog
Zaterdag 8 augustus
Vandaag gaan we een berg beklimmen. Nou ja……. We
gaan met een kabelbaantje hoort.
Zou je dit leuk vinden?
Ik
denk het eigenlijk wel. Want je kijkt de hele
wereld rond, met heuse Twan-ogen.
Ach toch mama’s jochie, zoveel nieuwe dingen,
zoveel nieuwe indrukken. Nieuwe geuren, kleuren
en ontmoetingen. Maar je doet het tot nu toe
heel erg knap. Je weet heel goed aan te geven,
wat jij wilt en leuk vind. Maar ook vooral, wat
jij echt niet wilt of leuk vind. Want dan gaat
je onderlipje, een heel klein beetje heen en
weer, en zet je, jouw boze Twan-blik op.
En
och kind,
Zelfs dan,
Ben je geweldig mooi.
We
stappen weer eens in het witte busje en rijden
nu naar de Baiyun Mountain.
(de witte berg )
Jij zit bij het raampje, want dat vind je mooi.
Wat zie je veel en vaak moet ik even kijken ,
want dan roep je : “mama!” En wijs je met je
vingertje, naar weer een nieuwe ontdekking, in
jouw leven
En
als er dan een foto, van een lekker broodje,
afgebeeld op een Chinese bus langs komt, spring
je op, je wijst en roept “oooooooh mama.” Want
ja, die lust mijn jochie wel.
We
stappen,aan de voet van de berg, bij een
pleintje uit. Een gezellige ontmoetingsplek,
waar mensen, met elkaar dansen of badmintonnen.
Een aantal doen tai chi en weer anderen zitten
met groepjes bij elkaar en praten wat. Dit vindt
jouw mama heel erg leuk. Wat een land, wat een
cultuur, en daar kom jij vandaan.
Dan gaan we in het hokje, dat ons aan een kabel,
naar boven brengen zal. Och, toch mama’s mooi
kind, wat vind jij dit mooi. Samen met jouw
grote zus, kijken jullie door het raampje, wat
er onder, boven, voor en achter je allemaal
gebeurt. Wat een mooi gezicht om naar te kijken.
Naar jullie.…… broer en zus .
En
als we boven zijn, stappen we weer uit. Maar om
bij de top te komen, moeten we nog wel een
eindje lopen hoor. En daar houd mijn jochie niet
echt van. Maar die mama van jou! Ik denk dat het
wel goed is, dat jij af en toe, toch een beetje
lopen gaat. En och, je bent al vier en toch een
kilootje of wat. Dus, ondanks de warmte en dat
we moeten klimmen, rennen we een stukje,
En
jij…………vind het helemaal leuk. Al die trappen,
huppelend omhoog. Het is een ware ontdekking
hoor. We tellen de treden en zingen erbij en
jij, stapt vrolijk tree voor tree aan jouw
papa’s en jouw mama’s handje, hup naar boven
toe.
Onderweg naar boven, hangt er een hele grote
bel. Die mag je luiden om dan een wens te doen.
En jij en ik , en jouw Yenthe- zus, wij luiden
samen deze bel.
En
ik,………….. wens voor jullie allebei, een betere
veilige wereld, waar alle kindjes kunnen spelen
en heel gelukkig zijn.
Zo
bereiken we de top. Jouw papa en mama genieten
van het hele mooie uitzicht en jij, danst
vrolijk rond.
We
gaan weer naar beneden toe. Dit doen we met een
busje hoor. T ís toch wel een beetje ver, voor
die korte pootjes. En jouw mama? Tja, die moet
wel mee.
Dan weer in de kabelbaan. Tjonge jonge, is dat
een groot plezier! Kijken, wijzen, roepen, volle
verwondering voor deze nieuwe wereld. Het is
prachtig allemaal.
Blij van deze tocht,gaan we weer terug naar het
hotel. Dat is elke keer weer, een groot plezier.
”
Oooh” roep je dan en wijst naar de deuren van
dit groot gebouw, alsof je zeggen wilt,
“zo, ik ben weer thuis!”
Dat is fijn, mijn lieve Twan, want dit maakt,
dat ik weet, dat jij het fijn vind, om een thuis
te hebben
en
dat….. komt steeds een beetje dichterbij. Nog
maar een weekje hoor en dan gaan wij echt naar
huis. Papa, mama,Yenthe en jij mijn mooie Twan.
|
Over de brug
8
augustus (middag)
We
hebben een vrije middag.
Dat is heel erg fijn, want jouw papa en jouw
mama, willen heel erg graag, over de “verboden”
brug.
De
Chinese begeleiders vinden dit een beetje eng,
omdat er op het eiland, waar het hotel op is
gebouwd, bewaking is en toezicht door veel
camera’s.
Maar daar aan de andere kant, van deze grote
brug, is het leven, zoals deze heden wordt
geleefd in dit mooie land. En ook dat wil ik je
laten zien. Dus ……….. gaan we op pad. En we
kijken met een open blik, naar dit leven van
alledag.
We
zien allemaal winkeltjes, zo groot als garage
boxen, vol met de mooiste en de fijnste kruiden.
Gedroogd of vers, het maakt niet uit, het is er
allemaal. Slangen, schorpioentjes, schildpadjes,
kuikentjes en visjes. Voor ons is dit niet voor
te stellen, want wij gaan naar de Albert Heijn
en kopen dit kant-en-klaar. Maar dit is dus voor
hier, de normaalste zaak van de wereld. Ook de
mooie jonge poesjes en allerlei soorten
vogeltjes en jonge hondjes, eekhoorntjes en
kleine ratjes, alles is te koop.
Toch heb ik het idee dat deze beestjes, niet
allemaal voor de maaltijd zijn. Nee, want ook de
hondenbrokken en het kattenvoer en zelfs de
kleertjes voor deze beestjes, is hier te koop.
We
zien oude mensen, jonge mensen en ook kinderen,
die bij de stalletjes, hun waar proberen te
verkopen. En jouw papa en jouw mama, wij kijken
onze ogen uit en we maken heel veel foto’s, om
later jou te laten zien. En de Chinese mensen?
….. Kijken openlijk, naar die rare blanke
mensen, die hier lopen met een buggy, met jou,
mijn mooie kind erin en jouw zusje die rond aan
t kijken is, al staande, op haar metalen
Yenthe-plankje.
En
zo gaan we door de straatjes heen, totdat, we
van het ene in het andere moment, komen in een
hele andere tijd. Het is net de Kalverstraat,
maar dan op zijn chinees. Ongelofelijk, de
overgang van arm en hard, naar modern en rijk.
Maar ook hier, lokken de verkoopstertjes, al
handenklappend, de wandelende voorbijgangers, de
winkel van hun baas naar binnen, om zo hun waar
te presenteren en een centje te verdienen.
We
komen we langs een heel leuk winkeltje. Het is
er heel erg nauw, maar er zijn allemaal
kleertjes, voor mijn mooie wonder- kind. Ach
toch lieve Twan, de kleertjes die ik voor
gekocht heb, in jou nieuwe land, zijn een beetje
klein. Ik heb me een heel klein beetje vergist.
Maar dat is helemaal niet erg, want we zijn in
China en hier zijn hele mooie hoor. Dus gaan wij
het winkeltje naar binnen. We kijken rond en ik
wijs je leuke kleertjes aan:
”kijk eens Twan, vind je dit leuk?”
En
jij…….. kijkt…….. en doet het zelfde, wat jouw
grote Yenthe-zus, eens deed.
Je
kijkt een heuse Twan-blik, trekt je neusje op,
en doet je vingertje heen en weer!
“Neeeeee, echt niet!”
Dan kijk je in het rond en wijst…………
“die mama, die!”
Okay, het is wel even wennen hoor, maar ik vind
het stiekem leuk. Dus gaan we de winkel uit, met
twee nieuwe pakjes, door jou persoonlijk
goedgekeurd, in een plastic zakje, stijf vast in
jouw Twan-vuistjes. Je loopt rechtstreeks naar
de buggy toe en stopt dit nieuwe rijk bezit,
heel wijs, onder in het opbergvakje en stapt dan
met een tevreden blijde lach, weer in je
wagentje.
En
zo gaan we weer aan de wandel, door de drukke
Chinese straten, van modern en rijk, langs arm
en hard, langs dier en mens, met allerlei
gedachten, maar met een tevreden lach, op mijn
gezicht rustig terug, naar het hotel.
|
Kerk en
tempeldag
Zondag 9 augustus
Hup, weer in het witte busje. Kom Twan, niet
treuzelen, we gaan weer op pad, in dit mooie
China land.
We
gaan naar een kathedraal.
En
dus………..stappen we weer in en gaan.
Het is een grote kathedraal, met mooie prenten
van verhalen, die in de Bijbel staan. Veel
Chinese mensen zijn er hier. Dat had ik niet
verwacht, in dit grote land, waar het boedisme
zo’n grote plaats heeft. Men bidt of zit in
gedachten, stil voor zich uit te kijken en
tussen deze gelovigen, lopen toeristen, maar ook
wij, rond te kijken en foto’s te maken. Maar dit
vindt niemand raar. Alleen het kaarsje dat jouw
grote Yenthe-zus en ik, jou mam, al vele malen
hebben gebrand, nee dat kennen ze hier niet. Dus
doen we dit niet.
Buiten deze kathedraal staat een bijgebouwtje,
waar kinderen samen zijn. Luisterend naar
muziek, tekenend en kleurend, krijgen zij zo te
horen van onze Lieve Heer. En wij, mogen
eventjes hier zijn. Dus gaan we naar binnen toe
en zoeken een stoeltje op. Dit is dus de aller
eerste keer, dat jij in een kerk bent.
Als we het gebouwtje weer verlaten, is er een
Chinese mevrouw, die ons jouw papa en jouw mama
wat vertellen wil. Zij kijkt naar jou en je
mooie Yenthe- zus en zegt: “dank je wel voor het
zorgen van deze mooie kinderen. En ik, wordt
heel erg stil. Ik kijk haar aan en zeg een dank
je wel terug. Een dank je wel, voor het
vertrouwen, wat zij heeft in mij. Dat ik de mama
mag zijn, van jou en jouw grote zus. Dan wenst
ze ons Gods zegen toe en ik wens het terug aan
haar. Dan loop ik weg en denk nog eventjes aan
deze vrouw. Zou ook zij, ooit eens…. ?
En
ik houd jou stevig vast en geef je, mijn
zoveelste, maar zeker niet de laatste,
mamaknuffel, en vertel jou hoeveel ik van jou
hou.
Dan rijden we weer door, nu naar een tempel toe.
Dat is wel een klein overgang, maar zeer zeker
de moeite waard. We ruiken de religie in geuren
van gebrande wierrook en mogen kijken naar
offerende mensen, die God aanbidden en vragen om
al die levensvragen die er zijn.
We
luisteren naar de gebeden, in de taal voor ons
niet te verstaan. We zien mensen, fruit en
bloemen leggen, en de stokjes aansteken, die zij
dan vervolgens, in een grote koperen of gouden,
kelken steken, in daarin gelegen zand. Men buigt
en knielt en bid.
En
wij, kijken, ruiken en luisteren. En in plaats
van dat kaarsje in de kerk, branden wij, drie
wierookstokjes. En volgens chinees gebruik,
buigen wij drie maal en wensen onze wens.
T’
is die welbekende wens. “Ach toch God, een
betere wereld, voor u een kleine moeite, maar
alstublieft, een wereld vol van vrede, voor alle
kinderen, een papa en een mama, eten en drinken
geen gebrek en waar zij kunnen spelen bovendien.
Wat weer een mooi moment mijn kleine lieve Twan.
Ik stop het weer diep weg in mijn hartje hoor.
En
zo is de zondag toch een kerkdag geweest. Niet
te geloven maar toch echt waar. En we lachen
saampjes en gaan zo de tempel uit.
|
|
De
Twan-sandaaltjes
Het is een heel groot drama hoor.
Jouw sandaaltjes zijn te klein! Je hebt ze
meegekregen, vanuit het huis, waar jij zoveel
jaren hebt gewoond. Maar of je bent gegroeid in
een paar dagen tijd, of ze passen gewoonweg
niet.
Ach toch mama’s mooie kind. Dit kan echt niet.
Je loopt op je teentjes die net een stukje
uitsteken en met dat vele wandelen, komt dit
niet goed.
Dus,…. We kopen nieuwe schoentjes. Bijna
dezelfde, maar toch,….net een beetje anders.
Ik
trek jou de nieuwe schoentjes aan en geef de
oude je hand. Maar och, mijn grote kleine Twan.
Je onderlipje trilt, een verdacht klein
trilletje en jou oogjes schieten vol met glazen
diamantjes, en ….
Ja
hoor,….
Daar komt het dan. Je huilt een echte
Twan-verdriet.
Ik
trek je gauw je nieuwe schoentjes uit en stop
deze in een zakje. Je oude en vertrouwde
sandaaltjes, hup, die gaan weer aan. Komt wel
Twan, komt later wel, het mag echt op jouw tijd.
En
dan,…. knik jij heel even en lacht een mager
lachje.
De
Chinese begeleider, vertel ik jouw verdriet.Ik
vraag hem om, jou in jouw taal, die nooit de
mijne is geweest, te vertellen, dat jij nieuwe
schoentjes hebt en de oude echt mag houden.
Dus hurkt bij jou en verteld. Je luistert en je
knikt.
Ik
haal nu gauw je nieuwe schoentjes op.
Ik
doe ze aan je voetjes nu. Maar je lipje trilt
verdacht en ja, daar komt een nieuwe Twan-
verdriet. En onze Chinese begeleider, praat nog
een keer met jou.
Ach toch mama’s kind. Er is geen ander kindje,
dat jou oude schoentjes krijgt. Want dat is wat
de man ons heeft verteld. Mijn moederlijke
vermoeden, wordt bevestigd nu. Dat is waar jij
bang voor bent. Nee hoor Twan, je hebt nu twee
paar schoentjes hoor. Een stel dat past en een
paar te klein.
T’
is wel een beetje voor jou mijn mooie knul, maar
ach, dat komt nog wel, we nemen alle tijd. Dus
loop jij nu op nieuwe schoenen.
En
de oude?
Die heb je veilig opgeborgen.
In
jou eigen rugzakje.
|
Halverwege
thuis.
Maandag 10 augustus
Zo!
Het is maandag nu.
En
vandaag, gaan we de koffers pakken.
We
gaan vliegen, lieve Twan. We gaan in een heus
gevleugeld ding, wat jou mama, een veertje
noemt.
En
dit veertje, gaat ons brengen naar Beijing.
Dit is de stad, waar de laatste papiertjes
geregeld moeten worden, om naar huis te kunnen
gaan. Dus, pakken we de kleren in en doen de
koffers dicht.
Jij pakt je eigen tasje, die jij gekregen hebt,
van de verzorgers van het huis, waar jij jaren
hebt gewoond. Doet het ritsje dicht en wacht
duidelijk gespannen af, wat er nu gebeuren gaat.
Maar als we de koffers nemen, om deze naar de
lift te verplaatsen, trilt jouw onderlipje en ga
je heel hard huilen.
“Ach toch, mijn mooie zoon. We gaan een stukje
dichter bij, naar de plaats waar thuis is.
Kom maar mama’s kindje, ik pak je op en neem je
mee.”
Maar jij, wijst met je vingertje, naar jouw
rugtasje, en naar die ene kamer, wat een hele
week het papa-mama-yenthe-twan-thuis is geweest.
Ik pak je bij de hand en loop met je terug en
laat je zien dat deze kamer leeg is.
Je
kijkt en wil je tasje van je rug af halen en
laat mij merken, dat jij hier wilt blijven, met
jouw papa, mama en jouw grote Yenthe-zus. Want
hier ben jij duidelijk gelukkig.
Maar dat kan ik niet, mama’s lieve kind,
dus………….
Pak ik je op en neem je mee, naar beneden toe,
de hal van dit hotel.
En
hier strijd jij, jouw Twan-strijd, en ik…. vecht
met je mee.
Hoe vertel ik jou, dat ik van je hou en jij
altijd mijn kindje zal zijn. Geef mij die
tranen, en wees gerust, jij gaat echt, met mama
mee!
Zo
zit je nu bij mij en in de armen van de grote
man, die toch echt jouw papa is.
Dan komt onze Chinese begeleider en hij knielt
bij jou neer. Hij kijkt je aan en praat met jou
in die ene taal, die ik niet spreek.
“Stil maar jongen het komt goed, wij gaan met
het grote vliegtuig en jij blijft bij jouw papa
en jouw mama en jouw grote Yenthe-zus. Jij hoeft
niet terug naar dat huis, waar jij jaren hebben
gewoond. Jij gaat echt naar huis.”
En
dan, is het, alsof er een hele grote zorg en
last van je schoudertjes afvalt.
Je
ogen glanzen en je lach is breed.
Je
mooie koppie straalt.
Je
bent weer kind en kan weer adem halen.
Och, toch mama’s joch, wat moet dit moeilijk
voor je zijn geweest. Je houd duidelijk van ons
en ik ben echt jouw mama. En toch, die angst!
Ik
ben zo blij dat het nu goed gaat, maar in mijn
hartje huilt het duizend diamantjes!
Jouw eerste levensles is jouw papa en mij, jouw
mama te vertrouwen.
En
dus vertel ik je nog eens zacht, hoe veel ik van
je hou.
“Kom mijn mooie jongen, we gaan”
En
jij?
Gaat gelukkig mee!
Het grote vliegtuig is, één groot feest. Als het
grote ijzeren ding, zijn wieltjes van de grond
los laat en wij nu duidelijk stijgen. Gooi jij
je twee handjes in de lucht, en roept:” Whoooooo.”
Je
zorgen zijn nu echt ver weg en je geniet van
deze jongens droom.
Als we na twee en een half uur, landen in
Beijing, en jij niet hebt geslapen, ondanks dat
het echt wel Twan-bed-tijd is, kijk jij je ogen
uit. Echte vliegtuigen, groot en stoer. Heerlijk
dit te zien. Wees maar kind, mijn lieve zoon,
geniet en speel en wees vooral, mijn kind.
En
als wij aankomen, na een kleine reis met weer
een witte bus, draag ik je slapend in mijn
armen, onze kamer in.
Zo,……
Weer een strijd gestreden, weer een dag geleefd
en weer een dagje dichter bij thuis.
Op
naar huis mijn lieve Twan. Nog maar een paar
daagjes en dan gaan wij, naar huis.
|
|
Plein van de
hemelse vrede en de verboden stad
Dinsdag 11 augustus
Hier staan we dan, op dat ene plein.
Het plein van de hemelse vrede. Nog niet zo lang
geleden, stond er hier een jonge man zijn
rechten en die van vele anderen, te verdedigen.
Dit deed hij, door tijdens een demonstratie, die
niet mocht volgens de leiders van dit bijzondere
land, heel alleen, voor de ogen van heel de
wereld, voor een tank te gaan staan.
Dat dit het plein is van nationale trots, wordt
ons wel verteld.
Maar vervaagt, bij de beelden van herinnering,
die in mijn hoofdje zit.
Wie zijn zoon was hij?
En
nu sta ik hier, met jou, mijn kleine Chinese
wonder, mijn mooie zoon, op dit ene plein.
Wonderlijk, maar ook verwarrend hoor.
Strijders voor de toekomst.
En
nu is het later, een paar jaartjes maar.
Hoe is het met deze jongeman. Leeft hij nog of….
En
we gaan weer door. Naar de verboden stad.
Groot. Heel, heel groot. Maar vooral, heel,
heel, druk. Ik schat een duizendje of tien en
wat een hoop chinezen zeg!
We
lopen en we kijken, trappen op en trappen af.
En
jij?
“Ach, heb jij gedacht, het is heel erg mooi,
genieten jullie maar.
Ik
gooi mijn luikjes dicht.”
Dus lopen en kijken we, trappen op en trappen
af, met jou mijn mooie wonderkind, dromend in je
buggy.
(
http://nl.wikipedia.org/wiki/Plein_van_de_Hemelse_Vrede)
(http://nl.wikipedia.org/wiki/Verboden_Stad)
|
|
Op de Chinese
muur.
Woensdag 11 augustus
Wij rijden zo’n ander half uur in het welbekende
busje. Dat is best wel lang hoor, voor een
kinderkontje. Maar…………als we er dan zijn, is het
wel een feestje.
We gaan met een mooie kabelbaan omhoog. En niet
zomaar eentje! Nee, het is een stoeltjeslift. En
zo gaan we omhoog, naast elkaar. Jij bij jouw
papa en jouw grote Yenthe-zus, bij mij op
schoot. Wat genieten we hiervan. Onder ons de
wereld en boven ons een mooi blauwe hemel. En zo
vliegen we, heel onverwachts, op een wel heel
bijzonder veertje, naar een plaats van historie
en herinnering.
En
we lachen en we zingen en hebben veel plezier.
En als we eenmaal boven zijn, springen we er
samen hand in hand weer uit.
Zo
komen we, bij die ene muur. Zo’n 6200 Kilometer
lang, trappen, wachttorens en trappen en nog
veel meer trappen hoor. Wij lopen en klimmen een
eindje van deze muur. Het is heel erg warm.
Maar….. dat doet ons helemaal niets. We drinken
veel water tussen door, tijdens ingebouwde
rustjes.
En
jij,………stapt en klimt dapper aan mijn hand. Je
vindt het prachtig allemaal. En af en toe,
kijken we samen over deze muur en genieten van
het mooie uitzicht van dit grote imposante land,
dat China heet. Wat is dit geweldig mooi!
En
jouw mama’s gedachten, gaan even terug, naar die
eerste bijzondere ontmoeting, met de Chinese
muur.
Ongeveer, twee en een half jaar geleden, stond
jou mama hier met jouw grote Yenthe-zus. Ik weet
nog hoe dit voelde. Helder in mijn geest
geprent. Indrukwekkend. Ongelofelijk gelukkig.
Wat ben ik rijk, voor een tweede keer, kreeg ik
een harte-kind. Eerst mijn mooie dochter en nu
jij, mijn wonderzoon.
En
het is alsof, deze plek, de plaats is, om de
hele wereld te laten zien en horen, wie wij
zijn.
En
wij groeten jullie allemaal. Van af hier. Wij.
Jouw papa-Luc en mama-Wiets, mijn mooie
Yenthe-dochter en jij mijn zoon, mijn mooie
Twan.
Nou, hier komt het nog een keer. Wees even stil
en luister maar.
En
we roepen met elkaar, over bergen en rivieren,
oceaan en landen heen.
“Dag allemaal, wij zijn er hoor!
Daaag opa, daaag oma, dag oma Bart, dag opa Jos.
Daaag allemaal, daar in Nederland.
Hallo ooms en tantes, neefjes en nichtjes. Dag
huisje 11, daag allemaal, die van ons houden en
zo met ons mee reizen, leven en beleven.
Ni
hao tante Nicolien. Wij houden van jullie
allemaal. En pas maar op, maak baan, ruim baan,
want wij komen er aan.
Nog maar drie nachtjes slapen hoor en dan komen
wij weer thuis.
Heerlijk, gelukkig vrij en blij. Dank je China
land, voor het mooiste in ons leven.
En
nu, is het tijd om terug te gaan.
Dus we klimmen en we klauteren, we zingen en we
lachen.
We
zijn gelukkig met elkaar.
En
als we dan weer van de berg af gaan, doen we dit
op onze wijze.
We
nemen niet de kabelbaan. Wel nee. We laten ons
naar beneden glijden, langs een speciale baan,
een soort rodelbaan.
Op
een rare sleeën ding, ga jij eerst, op jouw
papa’s schoot en wat heb je veel plezier. En
wij, jouw mama, met jouw Yenthe-zus, komen snel,
er achter aan.
En
we joelen en we zingen en hebben veel plezier.
Ik zei het toch!
Maak baan, ruim baan!
Want papa-mama-Yenthe-Twan.
t’
Is echt waar!
Wij komen er bijna aan.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Chinese_Muur
|
|
Nog één nachtje
slapen!
Vrijdag 14 augustus
Zo!
Nog één dag te gaan!
Het is vrijdag 14 augustus en morgen?
Ja
morgen, gaan we echt naar huis!
Ach, toch mama’s jongen, wat is er een hoop,
gebeurt, in veertien dagen tijd.
De
dag dat ik je dan eindelijk, in mijn armen
sluiten mocht. Jouw eerste woordje was voor mij.
“mama” zei je met een blijde blik.
Maar ook waren daar, de tranen van onzekerheid,
het afscheid van je oude leventje, de blijdschap
met jouw papa, en jouw mama en je grote zus.
Wat hebben we al veel beleefd. En wat hebben we
plezier gehad, maar ook de Twan- verdrietjes en
je hechtingstrijdjes, ik vocht ze met je mee. De
Twan-emoties. Het was echt, maar goed! Voor ons
allemaal.
Och, ze zullen nog wel eens komen. Maar dat
geeft niets, hoor mama’s kleine, grote Twan. Dit
kunnen wij, jij en ik, wel aan.
Wat heerlijk om je zo te zien, met jouw grote
zus. Wat hebben jullie een plezier. En soms ook
even niet. Een echte broer en zus!
Maar,….. er is echt nog een dag te leven hoor.
Dus gaan we vandaag naar de zijde markt. Even
lekker “shoppen”, daar houd jouw mama en jouw
Yenthe-zus, wel van.
We
lopen langs de drukke straat, die ons hier naar
leid. Jij in de buggy en je grote zus staat
achterop en rijd vrolijk mee. We lopen het
gebouw naar binnen. Het zijn allemaal kleine
winkeltjes. Nu ja, hokjes is een beter woord. En
al de verkoopsters, en dit zijn er heus een
heleboel, roepen naar ons, “wilt u een mooie
tas, kijk eens wat een mooie waar ik heb, ach
meneer, kijk toch eens, en alles……is spot goed
koop. We zijn iedereen zijn beste vriend. Maar
als we dan wat kopen gaan, dingen we twee derde
op zijn minst, van de vraagprijs af.
Jij krijgt heel veel aandacht hoor, van de
Chinese mensen hier. “Och”: vertellen ze jouw
mama, “hij lijkt op een chinees: ” Dan vertel ik
met trots, dat jij dat ook bent en jij uit
mama’s hartje komt. Dat wij heel gelukkig zijn
en trots en blij met het land, waar jij en jouw
grote zus geboren zijn.
En
dan praten ze nog eventjes met jou in die taal
dat ik niet spreek jij luistert, maar bent stil.
Dus ik vraag wat zij vertellen. En zij vertalen
het voor mij: “Fijn dat jij nu een papa en een
mama hebt, en je alle kansen krijgt, maar
vergeet ons niet! Vergeet niet dit land dat
China heet.”
Ik
kijk hun in de ogen, en knik een Chinese knik en
beloof hen, dat wij jou en je grote zus zullen
vertellen, over dit bijzondere land en foto’s
laten zien, van jullie buikgeboorteland.
Een blijde lach, een warme blik en een Chinese
trotse groet. Dat is wat ik krijg en ik neem dit
dankbaar aan en geef dit een heel bijzonder
plakje, in mijn moederhart.
We
kopen mooie dingen hoor. Wat t shirtjes die jij
persoonlijk uitzoekt, want dat kleine
wijsvingertje? Dat schut regelmatig “nee”
Maar wat ben je blij met die print van cars op
het rode shirt en…………je kiest, jawel, sandalen
uit. Ik moet hier wel om lachen hoor, en ding
een mooie prijs voor de
spiderman-lichtjes-dingen, die jij aan je voeten
wilt. Nu wil je niet meer in de buggy. Nee, die
lampjes moeten aan en dat doen ze bij elke stap,
dat deze schoentjes, de grond aanraken.
Dus…….Lopen maar.
De
Chinese kleren die jouw papa en mama voor jou
hebben uitgezocht, vind jij helemaal niks. ‘He
nee, doe mij dat t ‘shirt met die leuke print,
die vind ik echt veel mooier.”
Maar toch, nemen wij dit mee.
Dat is wel even anders hoor, dan bij jou
Yenthe-zus. Die draagt deze traditionele kleding
duidelijk met veel plezier.
Als wij de mooiste spulletjes hebben uitgezocht,
flink bedingt en dan gekocht, gaan wij bepakt en
bezakt, weer op pad.
Lekker naar het park. Een heuse Chinese park.
Fantastisch mooi. Vijvers met de mooiste lelies,
een mooi gevormde witten brug en traditionele
huisjes, waar je heerlijk eventjes kunt zitten.
Overal bankjes waar mensen zitten, samen komen
of gewoon, even lang uit liggend, een dutje
doen.
Oudere mensen die samen een kaatje leggen en de
jonge generatie zit aan een vijvertje te vissen.
Zelfs de afvalbakken zijn hier mooi.
Aan de andere kant, van dit mooie park, is een
plek voor kinderen. Daar staat een heuse
luchtkasteel. t’Is een groot springkussen en
hier ga jij, met jouw Yenthe-zus heerlijk in
spelen. Wat een groot plezier. Broer en zus!
Spelen, stoeien, zingen. Ach, die ruzie op zijn
tijd, tja die hoort er ook echt bij.
En
als het tijd is om te gaan, stap jij weer in de
buggy en jouw grote Yenthe-zus, hup weer
achterop.
Nu
weer terug in het hotel, pak ik de kleren en de
mooie spullen, en lag alles op het grote bed.
Alle koffers open nu, want het is tijd om deze
te gaan vullen. En jij? Je kijkt, maar speelt
gewoon je spel. Ik ben benieuwd, wat jij nu
denkt en voelt. Ik spreid mijn armen, als een
groot vliegtuig en zeg. “Zo, mijn Twanne-man,
morgen is het echt zover. Dan gaan we naar huis.
In het grote vliegtuig, weet je nog?” En jij,
kijkt en lacht en ik krijg een dikke zoen.
Als nu na het avondeten, onze Chinese
begeleider, jouw zittend op jouw papa’s schoot,
nog eens verteld, wat er morgen gaat gebeuren,
kijk jij hem aan en knikt een blijde lach, alsof
je zeggen wilt,
”
ja hoor, ik weet het nu, hup in het ijzeren
ding, dat vliegtuig heet en op naar huis.”
Dan kijken jouw mooie bruine ogen, in die van
jouw papa. Je lacht een blijde lach en zegt:
“Haaaaa, papa-mama,Yenthe- Twan en geef je hem,
een dikke knuffel.
En
voor naar je bedje gaat, help je mij, jouw mama,
met de koffers pakken.
“
Hé, die moet ook nog mee!”
Dus,……… kom op, we kunnen gaan.
Papa-Mama-Yenthe-Twan, we zijn er klaar voor
hoor en………….
Komen er nu bijna aan.
|
de grote
thuisreis is begonnen
Zaterdag 15 augustus
En
het is zover. Zaterdagmorgen, bijna half elf.
De
koffers zijn gepakt, de laatste spullen
verzameld nu.
We
zijn er helemaal klaar voor hoor.
Jij hebt je rugzakje weer nagekeken of alles wat
jij hebt gekregen, echt wel in dit tasje zit.
En….Ja gelukkig, het is voormekaar.
De
kofferriemen vast gemaakt.
Kom we gaan.
Op
naar het grote veld waar dat ijzeren veertje,
klaar zal staan.
Tot in Nederland!
De
grote thuisreis is begonnen nu
(Dikke knuffel allemaal en tot gauw.)
Wietske en kornuiten
|
|
|
|
|
1 August 2009 at 15:25
Doen jullie de groeten aan Elvis en Judy???
Veel liefs, Johan, Annerieke, Lu-Lu en Cheng